
Anton Damen hoopt aan het eind van De Eerste Utrechtse Plandelweek dat alle plandelaars genoeg bijzonder afval rapen om een plandelmuseum op te richten. MCU sprak de opperplandelaar aan de vooravond van de Plandelweek over André Kuipers en seizoensgebonden zwerfafval.
In het Hof van Cartesius zit Anton Damen aan een tafel een monotoon werkje te doen. Hij stopt tientallen bloembommen in envelopjes en stickert die vervolgens dicht. Er moeten 75 bloembollen in 75 envelopjes en hij is ongeveer halverwege. Dat wil zeggen: voor vandaag. De komende dagen moeten er nog honderden bloembommen in envelopjes worden gestopt.
“Ja, dat plandelen is ooit bedacht om lekker op straat dingen op te rapen en er vrolijk van worden. Maar als je dan een week organiseert, dan blijkt dat er allerlei haken en ogen aan zitten waar je vantevoren niet over nagedacht had.”
Anton is de Plandelman. Is het een vogel, een vliegtuig, een raket? Nee, het is naar eigen zeggen ‘de opruimheld, optimistischer dan Superman, socialer dan Spiderman en groener dan de Hulk. Zijn missie: anderen te enthousiasmeren om samen de strijd tegen zwerfafval en plastic vervuiling aan te gaan, en om het werkwoord ‘plandelen’, van wandelen + plastic rapen, in de Dikke van Dale te krijgen.’
Damen begon enkele jaren geleden met plandelen en nodigde mensen uit om mee te plandelen voor schonere straten. Dat werd zo’n succes dat hij na enkele plandeldágen dit jaar voor het eerst in Utrecht een plandelwéék organiseert. En bij de voorbereiding hoort dus ook monnikenwerk.
Wat ga je doen met al die zakjes?
Dit zijn kleine zakjes met bloembommen van inheems bloemenzaad. Het is een goody bag. Het zijn er nu 75, maar er wachten er nog een paar honderd op me. Die moeten gedicht worden. Daar moet een kaartje in over plandelen en over BuurtNatuur030. Want deze worden straks uitgedeeld op het lente-evenement van BuurtNatuur030 en in de plandelweek als klein presentje. Het is ook de Week Zonder Afval. Het is niet de bedoeling om mensen shit in de maag te splitsen waar ze al te veel van hebben.
Maar dit zijn bloembommen, biologisch. De gedachte erachter is dat als je gaat plandelen je het overal in de bebouwde kom een stukje mooier maakt. Niet alleen door dingen op te rapen, maar ook door de omgeving te vergroenen. Dus als je die bloembollen lanceert terwijl je plandelt, dan voel je ook eens hoe leuk het is om dingen van je af te laten vallen. Het is eigenlijk het enige zwerfval dat is goedgekeurd door de plandelman.
Je plandelt nu al een paar jaar en hebt daarbij van alles opgeraapt. Wat waren de meest opvallende dingen?
Een van mijn grote dromen is om een plandelmuseum te hebben. Het liefst dan een plandelmuseum dat zwerft. Het is natuurlijk allemaal zwerfafval. Het hoeft dus geen monumentaal gebouw te zijn. Het kan ook een reizende expositie zijn. Daar houd ik altijd al objecten voor achter. Want als dat museum er komt, dan hoeven we in elk geval niet bij nul te beginnen.
Het plandelmusem is momenteel eigenlijk gewoon een rugzak die gevonden is door een jongen op het Smaragdplein. Die neem ik mee als ik naar scholen ga, om te laten zien wat er gevonden kan worden.
De klapper is altijd het kunstgebit, tenminste één helft van een kunstgebit. Dat denk je, hoe dan, want dat zou je toch wel merken?
Het meest gewilde, zeker bij jongetjes, is de Xbox-controller. Die vond ik onder een flat. Het mooie is dat je er meteen een verhaal bij gaat verzinnen. Die Xbox-controller moet een potje Fortnite zijn geweest dat niet helemaal ging zoals de speler wilde. (…)
Ik heb natuurlijk ook heel veel telefoons in diverse staat van ontbinding. Kleren. Dit is nu het zonnebrilletjesseizoen. De eerste zijn alweer gesignaleerd. Dat betekent ook het einde van het handschoenenseizoen. Dus ik heb heel veel handschoenen: seizoensgebonden zwerfafval.
En wie is de leukste plandelaar die je tot nu toe hebt ontmoet?
Dat is André Kuipers, de astronaut. Die kwam ik tegen bij een klus. Ik had een grijpstok bij me. Ik zei tegen hem: “Zullen we even naar buiten, even plandelen? Je zit al de hele dag binnen.” Die man was helemaal gegrepen. Ik dacht dat die man gewend was om met high-techapparatuur te werken. Maar die grijpstok, en de lol van dingen oprapen, hij heeft meteen een grijpstok besteld.
Nog anderen?
Door te plandelen wordt je wereld groter. Je komt op plekken waar je anders nooit komt en je ontmoet mensen die je anders nooit ontmoet had. Ik stond op het Gerrit Rietveldcollege over plandelen uit te leggen. Na afloop bleef er één kereltje achter. Die zei: plandelt u ook wel eens op Kanaleneiland? Dat doe ik elke maand met mijn vader en buurtgenoten. Hij heette Attila en ik vertelde dat ik graag op Kanaleneiland plandel, want daar ligt nogal wat. Dus ik zei dat ik de volgende plandeldag zijn straatje zou plandelen.
De week daarvoor stuurde hij een appje waarin hij zei dat hij de hele buurt ging oproepen. Hij ging langs alle bso’s (buitenschoolse opvang, hvv.) en basisscholen en ik kreeg een screenshot van waar hij allemaal geweest was. De kers op de taart was dat het Jeugdjournaal langskwam. En het Jeugdjournaal is helemaal niet geïnteresseerd in plandelman. Dat is allemaal veel te oud. Maar plandelboy kreeg drie minuten voor wat hij deed voor de stad. Dan zie je een jochie dat best uitzonderlijk is, want niet alle jochies zijn zo pro-actief als deze en die zie je dan ook groeien.
Wat verwacht je van mensen tijdens de plandelweek?
Wat ik in de plandelweek het liefst zou hebben is dat iemand zijn eigen straat of stoep claimt. Op plandelen.nl vind je een inschrijfformulier. Daar kun je aangeven of je je stoep of je straat gaat doen en of je er buren bij wilt hebben. Want dat helpt natuurlijk ook. In je eentje kun je veel, maar als je wat hulp hebt, dan zie je pas echt hoe makkelijk het is om dingen echt schoon te krijgen. Dus ik zou zeggen: claim je stoep of straatje en laat het weten, dan zet ik het op de plandelmap.
Met het plandelen raap je zwerfafval van straat. Maar moet de gemeente dat eigenlijk niet doen?
Het zou kunnen, maar dan weet ik wel dat de gemeentelijke belastingen héél fors omhoog zouden gaan. Maar moeten doen? Ik doe het niet omdat het moet, ik doe het omdat het heel erg leuk is. En dat doen andere mensen in Utrecht ook. Er zijn heel veel opruimhelden.
Wat de gemeente heel goed doet, is faciliteren. Ze hebben 10.000 grijpstokken uitgedeeld aan bewoners. Als een bewoner zegt, ik wil ook meedoen, kan die een mailtje sturen naar de gemeente en dan krijgt de bewoner een grijpstok en speciale Utrecht Schoon-vuilniszakken.
Wat wil je hebben bereikt aan het eind van de plandelweek?
Het gaat mij er nooit om hoeveel kilo er is ingezameld of om hoeveel mensen er waren. Aan het eind van de week wil ik dat mensen elkaar hebben ontmoet, mensen die het al deden en mensen die het nog nooit hebben gedaan. Dat veel meer mensen het woord plandelen kennen, want het is een echt Utrechts begrip, maar ik moet ook nog elke dag uitleggen en dat vind ik helemaal niet erg. Maar hoe meer het in de spreektaal zit, hoe meer de daad ook normaal wordt. Dat hoop ik voor aan het eind van de week, dat mensen denken: dit was leuk. En vooral ook: dit was zo leuk, dit gaan we nog een keer doen, ook als er geen week is.
Plandelen is door het NPO Radio 1-programma Met het Oog op Morgen ook genomineerd als woord van het jaar.
Als plandelen het woord van het jaar is, dan heeft het een landelijke uitstraling. Want dit is Utrechts. Het plandelen moet lokaal zijn: je weet zelf het beste waar de pijnpunten in je wijk liggen. Als je je eigen straatje schoonmaakt, heb je daar zelf ook het meest profijt van. Maar het probleem is natuurlijk groter dan alleen Utrecht. We schieten er per saldo helemaal niets mee op als Utrecht straks kraakhelder schoon is en je kan er van de straat eten, terwijl Nieuwegein en Houten en noem maar op een tyfusbende zijn. Dus het woord van het jaar zou heel goed zijn voor Nederland, en daarna voor de wereld.
En wat zou je doel zijn voor over een jaar?
Poe…, dat moet je me na die week nog maar eens vragen. Zo’n week levert wel veel ontmoetingen en inzichten op. Er komen allemaal mensen die hierop aanslaan. Ze brengen hun eigen ding mee. Ze maken er hun eigen feestje van. Ze verrassen me ook. Ze doen dingen die ik zelf nooit bedacht zou hebben. Ik krijg dan heel veel inspiratie om volgend jaar weer wat te doen.
Het hoeft niet altijd groter of meer te zijn. Het moet wel verrassend zijn. Dus misschien volgend jaar wel een estafette, waarbij je het grijpstokje doorgeeft door de hele stad.
Maar het is de Utrechtse plandelweek. Utrecht loopt echt voorop, voor de troepen uit. Maar we hebben dit jaar ook de tweede Eindhovense plandeldag, de derde Renkumse plandeldag en de eerste Rotterdamse plandeldag. En Arnhem komt ook. Dat virus gaat al wel door het land heen. Gelukkig maar.
Dit artikel is ook verschenen bij MCU.nl.
Laat een reactie achter